Om bodemziekten en uitputting te voorkomen kan vruchtwisseling of wisselteelt worden toegepast. Ieder jaar worden gewasgroepen dan in een bepaalde volgorde van plaats verwisseld.
Dat betekend dat de plek waar het afgelopen jaar de aardappels hebben gestaan het volgende jaar de peulgroente komen. En waar de vruchtgewassen hebben gestaan zullen de wortelgroente gezet worden. In onderstaand schema zijn 6 gewasgroepen genoemd met daarbij de plek waar deze het volgende jaar geplant worden. Het is daarom het makkelijkst om de moestuin (naast de vaste planten) in 6 vakken te verdelen van gelijkte oppervlakte.
Vruchtgewassen: Mais, pompoen, courgette, meloen, tomaat, paprika, peper, komkommer
Wortelgroente: wortel, pastinaak, ui, knoflook, venkel, biet, sjalot
Aardappel: Aardappel, tomaat, paprika, peper
Peulgroente: Bonen, Erwten, tuinbonen
Kool: Spruitjes, witte kool, rode kool, bloemkool, savooiekool, broccoli, radijs, raap, rucola, palmkool, Chinese kool, boerenkool,
Bladgroente: Sla, spinaziepostelein, prei, snijbiet, veldsla, selderij, kervel, peterselie